Quelinda
Quelinda
Cuba verkeert letterlijk en figuurlijk in zwaar weer. Orkaan Oscar raasde eind oktober over het land, en daarna zorgde een aardbeving voor opschudding. Ook het regime roept vragen op. Er wordt gezegd dat er niets is: geen voedsel, geen brandstof. Sterk verouderde energiecentrales zorgen ervoor dat mensen vaak zonder stroom zitten. Basale levensbehoeften die wij als vanzelfsprekend beschouwen, ontbreken. Wat doet dit met de mensen? En wie zijn wij om daar nu de toerist uit te hangen? Kunnen we beter wegblijven of moeten we juist gaan?
Onze wens is om dit land met een open mind te bekijken en te begrijpen. Er zijn genoeg oordelen over Cuba, maar geef ons de kans om ons eigen beeld te vormen. Ter voorbereiding lezen we ons in, en dat helpt de situatie beter te begrijpen. In het kort wil ik die zoektocht graag met jullie delen.
De revolutie
De Cubaanse dictator Fulgencio Batista regeerde in de jaren '50 met harde hand. Onder zijn regime ontstonden extreme ongelijkheid en corruptie. Hij bevorderde de belangen van de Cubaanse elite en buitenlandse bedrijven, vooral uit de VS. De natuurlijke rijkdommen van het land, zoals suikerriet, tabak en nikkel werden uitgebuit, terwijl de Cubanen zelf in steeds grotere armoede leefden. Weerstand tegen zijn regime werd afgestraft met onderdrukking en geweld, wat het verzet tegen Batista aanwakkerde.
Twee vrijheidsstrijders, Fidel Castro en Che Guevara, gingen met geweer in de hand de strijd aan en zorgden in 1959 voor een ommekeer. Voor de Cubanen waren ze niet alleen bevrijders, maar ook symbolen van hoop en trots. Hun revolutie bracht tastbare veranderingen: het analfabetisme daalde, er werden ziekenhuizen gebouwd en er kwam gratis medische zorg. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze twee mannen diep in het hart van het volk werden verankerd. Ze symboliseerden vrijheid en rechtvaardigheid.
Maar er is ook een keerzijde. De idealen van vrijheid en gelijkheid botsten vaak met de realiteit van het autoritaire regime in een communistische, socialistische staat, waarin weinig ruimte was voor politieke oppositie of individuele vrijheid.
Cubaanse trots
Waarom zie je dan toch nog overal de beelden van Fidel en Che?
Het is een weerspiegeling van de trots op de Cubaanse identiteit en het verzet tegen buitenlandse inmenging. Vooral gezien de langdurige Amerikaanse handelsembargo's die het land sinds de jaren '60 economisch verstikken.
Tegelijkertijd speelde de Sovjet-Unie een grote rol in Cuba na de revolutie. Cuba werd een strategische bondgenoot in de Koude Oorlog. Dankzij Russische economische steun, zoals olievoorraden en de afname van Cubaanse suiker, kon het land jarenlang overleven. De val van de Sovjet-Unie in 1991 bracht Cuba opnieuw in een zware crisis met voedsel- en brandstoftekorten.
Op dit moment is de situatie nog steeds uitdagend. Het Amerikaanse embargo blijft van kracht en Russische steun, nu zelf in oorlog, vermindert. De onvrede onder jongeren groeit, en de roep om hervormingen wordt luider.
Met deze achtergrond in gedachten slaan we in Panama flinke voorraden in. We kopen wat we ter plaatse kunnen gebruiken om te helpen, maar ook zelfvoorzienend te blijven: voedsel, medicijnen, verzorgingsproducten en kleding. Maar wat staat ons te wachten in Cuba? Hoe zullen we dit land, met zijn geschiedenis en zijn uitdagingen, ervaren?
Tabak
Opgejaagd door onrustig weer op de Kaaimaneilanden beginnen we aan de tocht. De 420 mijl, naar het Noordwesten richting Mexico, begint onstuimig. Het waait 25-30 knopen en de deining is hoog. Golven raken niet alleen het gangboord, maar belanden ook in de kuip. Ik relativeer door te bedenken dat we dit weervenster nodig hebben. Het zorgt ervoor dat we eindelijk weg zijn uit de onrustige Caribische zee. We gaan als een speer en moeten door, want een front vanuit Amerika zal neerdalen op Cuba en het levensgevaarlijk maken om Marina Hemmingway binnen te varen.
Zodra we de westpunt van Cuba ronden, komt de zee tot rust. De wind verliest zijn kracht door het land, de golven nemen af. De motor moet aan. Het is vreemd om een nieuw land te bereiken en nog meer dan een dag langs de kust te varen voordat we aankomen. Maar deze kalmte, na de spanning en slapeloze nachten van de afgelopen weken, is precies wat we nodig hebben.
Langzaam pruttelen we langs de groene, heuvelachtige kustlijn. De stranden zijn zó wit dat ze bijna onaards lijken. Hier en daar vaart een enkel vracht- of vissersschip.
En dan ruik ik, waar ik altijd naar verlang. De geur van land.
In Suriname rook het alsof ik mijn neus in een zak verse potgrond stak—en hier ruikt het zoet, kruidig, rokerig. Tabak! Tegelijkertijd ruik ik ook iets zwaars, verbrande olie. Een geelgrijze rookpluim die tot in de verte over zee rijkt. Het is één van de energiecentrales van Cuba. Voor de Cubanen een constante bron van onzekerheid: kun je koken, wassen, of wel gewoon licht hebben?
Onze vrijheid ontnomen
In de verte komt de haven in zicht en wordt het drukker met vissersbootjes. Ik maak Paul wakker. De haveningang is nog rustig. We zijn veilig voor het naderende front. Een man in groene legerkleding met geweer en portofoon kijkt naar ons uit en meldt dat we voorbij varen. Weer anderen wachten ons op. Er volgt een kort, bescheiden "goede dag" wanneer de lijnen worden aangenomen en Quelinda wordt vastgelegd.
Er komen steeds meer mensen uit een blauw betonnen gebouwtje met roestige tralies. Alles wordt opgeschreven en gecontroleerd. De bootgegevens, onze paspoorten. Ik ga twee mannen voor bij de inspectie. Een onverwacht compliment volgt: Quelinda blijkt heel opgeruimd. "Dat zien we weleens anders!" zegt één van de twee.
Maar dan gebeurt wat ik had gevreesd. Alle satellietverbindingen worden ingenomen. Starlink mag niet meer gebruikt worden. Dat betekent geen internet, geen belletjes naar moeders en vrienden, en niet kunnen werken. Ik probeer tevergeefs uit te leggen hoe afhankelijk ik ben van die verbinding. De man blijft beleefd en begrijpt me zelfs, dat zie ik aan zijn ogen. Toch voert hij slechts de regels uit. In een wanhopige poging bieden we zelfs geld aan, maar hij weigert. Alles wordt in een zak gestopt en verzegeld met dikke tape en beschreven met stift. Pas als we het land verlaten, mogen we het weer gebruiken. De zak mag wel aan boord blijven.
Zo snel kan vrijheid dus ontnomen worden. De Cubanen én de toeristen mogen alleen gebruik maken van verbindingen die door de overheid gecontroleerd kunnen worden. Het voelt benauwend, beklemmend.
Al gauw stapt een volgende delegatie aan boord: een havenmeester, een dierenarts en een elektricien. We hebben te veel eieren, zo blijkt. In Cuba zijn ze op rantsoen. Na een gesprek over de zware omstandigheden in Cuba en het schamele maandsalaris om rond te komen, glimlacht de dierenarts bedachtzaam: "Die eieren, dat is ons geheimpje." Dan neemt hij de door hem gevraagde fooi aan. Hetzelfde geldt voor de andere twee mannen die de veiligheid in de haven garanderen en Quelinda voorzien van een met plakband aangepaste stroomvoorziening.
Eenmaal netjes op de ligplaats aan de betonnen kade voel ik me een beetje verloren. Opstandigheid vermengd met vermoeidheid. Ik moet eerst bijtanken. Pas dan kan ik mijn oordelen laten varen, relativeren en mezelf openstellen voor wat dit land vast nog meer is.
Een glimlach en een Mojito
Landen in een nieuw land kost tijd. Helemaal wanneer ik me realiseer dat we in drie weken tijd, Panama, de Kaaimaneilanden en nu Cuba aandoen, en we allebei vermoeid zijn. Maar wennen betekent ook exposure, en snel op pad gaan.
We pakken de toeristenbus naar Havana en gaan op zoek naar een Simkaart.
Al gauw leren we dat dollars beter niet gepind, maar op straat gewisseld moeten worden. Ik durf de bank hier crimineel te noemen, met een wisselkoers van 120 in plaats van 300 Cubaanse peso’s voor 1 dollar.
Havana, de grootste en tevens hoofdstad van Cuba, is overweldigend. De geur van riool, vermengd met zeelucht, gasdampen en paardenmest, dringt zich op. De straten zijn vol: mensen die hulp aanbieden, schrale kool en bruine banaan verkopen, bedelen of dat niet meer kunnen en met een rot been in de nattigheid liggen. Het grijpt me bij de strot.
Tegelijkertijd lijkt in deze stad de tijd te hebben stilgestaan en doet verderf zijn intrede. De felgekleurde oldtimers, leegstaande hotels, afbladderende verf, betonrot en herstel dat onmogelijk lijkt. Daaronder verscholen zit prachtige architectuur en klinkt de ritmische muziek met klanken uit de conga, trommel en piano. Op elke hoek biedt een glimlach wel een Mojito aan.
We lunchen in vervreemdende luxe op een piepklein balkonnetje en kijken hoe steltlopers in felle kleren voorbij dansen. De zon schijnt, en voor het eerst in maanden is de temperatuur aangenaam door de aanvoer van verkoelende Noordenwind. Aan het einde van de dag voel ik me een volgezogen spons die weer uitgeknepen moet worden en verlang naar rust.
Ossenkracht en duisternis
De autohuur kost 100 dollar per dag deze decembermaand. Een flinke aanslag op ons budget. Maar dat en de waarschuwing voor slechte wegen, weerhouden ons niet van een roadtrip door de vallei van Viñales, West Cuba.
Het is alles waard! Te paard rijden we langs glooiende velden, door klei en mul zand, en kijken op tegen hoge krijtrotsen. Ossen ploegen de rode aarde om, boeren zaaien yuca en tabak en oogsten bonen en maïs.
Zachtjes laat ik mijn billen over de gladde steen het water in schuiven. Zaklampjes markeren de plek. Juan heeft me verzekerd dat er niks raars zwemt in deze grot. Het water is ijskoud en kraakhelder. En dan gaat het licht voor even uit. Als ik mijn ogen sluit, is het net zo donker als wanneer ik ze open. Het is een duisternis zoals ik nog nooit heb ervaren, zelfs niet op zee.
De paradox
Via de tabaksfabriek en plantage Robaina in Pinar del Rio bereiken we moe en voldaan Maria’s casa. Ze is de 70 gepasseerd en heeft voor ons gekookt: sudderkip met een scheutje honing, zoals haar oma dat altijd deed. Alles smaakt even heerlijk. Ze verontschuldigt zich voor de stroomuitval en geeft ons een lampje mee voor de nacht. Ik zie de zorg op haar gezicht als ze vertelt over de inflatie, het tekort aan medicijnen, en de dagelijkse strijd om rond te komen. Maar dan glimlacht ze weer. Ze houdt van haar land, want hier helpt iedereen elkaar. ‘En jullie? Jullie moeten vooral genieten,’ zegt ze.
Ik lig wakker. Een waterpomp die aanslaat, een blaffende hond. De stilte is nooit volledig, net zoals de indrukken van dit land zullen zijn. De paradox is voelbaar, een land dat nog steeds droomt van vrijheid, maar worstelt met de prijs die daarvoor is betaald.
Alle rechten voorbehouden | Share a Lot