Quelinda
Quelinda
De Bahama's, een betoverende archipel ten noorden van Cuba en ten oosten van Florida, bestaat uit meer dan 700 eilanden en 2.400 Cays. Sinds 1973 is het onafhankelijk van Groot-Brittannië, maar politiek en historisch gezien, nog altijd nauw verbonden. Koning Charles is het staatshoofd.
De sfeer op de kleinere eilanden is kleurrijk en gemoedelijk, een scherp contrast met drukke hoofdstad Nassau, waar miljoenenjachten en giga cruiseschepen het sfeerbeeld bepalen. Overdag een bruisend geënsceneerd toneel, maar zodra de schepen vertrekken, blijft een uitgestorven decor achter. Na inkopen in Nassau gaan we dan ook gauw op zoek naar het echte Bahama gevoel.
Tijd om te spelen!
Al snel voelt het alsof we op een reusachtig meer zeilen. De beschutting van de eilanden, maakt dat de oceaandeining, waar ik vaak een hekel aan heb, wegvalt. Het is champagnezeilen! Kalme zee, stabiel briesje en energie voor tien. We hoppen van ankerplek naar ankerplek in een speeltuin vol verrassingen. Getijstromingen, ondieptes en passerende frontjes. Maar vooral onverwachts en adembenemend natuurschoon.
Zijn de Bahama’s wat de reisgidsen beloven? Absoluut! Het water is ongekend helder, met een kleurenpalet dat varieert van lichtgevend blauw tot kristalhelder turquoise, afhankelijk van lichtval en getijden. Bij zonsondergang neemt indigo het over en vloeit diep kobalt naar zwart. Warderick Wells Cay is daar het ultieme bewijs van. Het zand? Zacht als crème of juist de perfecte lichaamsscrub. Alles constant in beweging door eb en vloed. En het mooiste? Wij mogen hier spelen! En dat brengt ons bij een avontuur wat we niet willen missen.
De Thunderball cave. De grot dankt zijn naam aan de gelijknamige film van James Bond met Sean Connery in de hoofdrol. We liggen er vlakbij voor anker. Overdag zien we speedboten voor anker gaan en hordes toeristen als klapvee naar binnen klauteren. Dat besluiten anders.
‘We gaan bij hoog water vlak voor kentering. Dan zijn we waarschijnlijk de enigen.’ zegt Paul.
‘Goed plan. Maar ik vind het wel spannend.’ reageer ik.
‘Wat vind je spannend?’
‘Nou, dat ik er niet in kan klimmen maar door zo’n donker gat die grot in moet duiken. Ik kan niet eens zien waar ik uitkom.’
‘Vertrouw me maar. Het is maar een paar seconden. Ik wacht je binnen op.’
Ook wanneer alles in mij, nee zegt, vertrouw ik hem blind. Dit mogen we niet laten schieten!
Paul duikt eerst. Ik zie zijn flippers verdwijnen in een donker gat.
Even twijfel ik. Adem in, focus. Ik duik en laat me leiden door het licht. En dan volgt de beloning. Het is alsof ik ben losgelaten in een aquarium. Tientallen papegaai- en maanvissen en brutale, grijs-gele sergeant majoortjes die hun territorium verdedigen in kraakhelder water. Een grote schildpad zwemt onverstoord voorbij. Ik kom boven, haal adem en bekijk de betoverende rotskoepel waar de zon door een opening naar binnen valt en planten nog net niet het water raken. De kleuren, de rust, de magie... ik kan erom huilen.
Ritje in de wasmachine
De volgende ochtend liggen we alweer op een nieuwe plek en verkennen per bijboot de mangroven. Ik raak wederom niet uitgepraat over de turquoise kleur van het water. Pruttelend manoeuvreren we tussen de grazende schildpadden door en komen uit bij een smal strandje. Het ligt precies tussen twee rotspartijen waar een smalle zeestroom naar de woeste Atlantische oceaan leidt. We besluiten wat rond te scharrelen.
We zijn nog steeds met Jan, Erica en Zoë, twee zeilmaatjes met hun hond. We varen al een tijdje gezellig met elkaar op.
En dan ineens ben ik Paul kwijt.
‘Waar is Paul?’ vraag ik hen.
Beiden schouderophalend en rondkijkend zie ik dat ze het ook niet weten.
En dan zie ik hem verderop meegevoerd worden door de zeestroming. Ik schrik. Maar al gauw zwaait hij breeduit. Ik loop hem tegemoet door het water.
‘Heb ik van die Amerikaan daar,’ roept hij wijzend. ‘je springt er daarin en komt er hier weer uit. Gaat helemaal vanzelf!’
‘Mijn hemel, had je dat niet even kunnen zeggen?’
Mijn hart zit nog in mijn keel maar al snel ben ik om en gaan we allemaal. De kraakheldere draaikolk voert ons mee en spuugt ons weer lachend uit op het strand. Shroud Cays washing machine, onvergetelijk en misschien wel de mooiste plek.
Mooi geweest
Maar pas op in de Bahama’s! Voor je het weet ben je afgedreven. Kies kentering als het ultieme zwemuurtje. Ook is het water aanmerkelijk frisser dan in de rest van de Carieb. Als ik na een half uur snorkelen blauwbekkend met gevoelloze tenen en vingers aan boord stap, besef ik maar al te goed dat het tijd geworden is voor laagjes. Amerika zendt koelte.
Onze tijd in de Bahama’s komt ten einde en de laatste dagen voelen niet meer als een ontspannen maar als een psychologisch spelletje. De acht grote zuigvissen (remora’s) die aan Quelinda’s kiel hingen? Fascinerend! Net als de grote barracuda. Allebei waren we alert op de sinistere tandenkoning toen we probeerden het onderwaterschip aan te pakken. Maar met het idee dat we in elke beweging gevolgd werden, lukte het niet goed meer. Wanneer we horen over haaienaanvallen op toeristen op plekken waar wij zijn geweest, besluiten we dat het voor nu mooi is geweest. Het zijn van die momenten waarop de zee ineens griezelig wordt, terwijl ik dacht dat ik eraan gewend was.
Tijd voor een nieuw hoofdstuk. We zetten koers richting Florida. West Palm Beach is slechts 150 mijl verderop. De Golfstroom tilt ons richting de kust, en vlak voor aankomst hijst Paul de gastenvlag. Dit keer voelt het anders. De vlag is de laatste maanden overal in het nieuws, heeft een vreemde bijsmaak gekregen. Maar Amerika is meer dan zijn president. Wat wij nu voelen? Trots. We zijn op eigen kiel Amerika binnengevaren. Hoe gaaf is dat!
Alle rechten voorbehouden | Share a Lot