Koersverandering
Daar zitten we dan. Met z’n tweeën aan dek, een kop thee in de hand. Het is donker en stil. Het water als een spiegel met slechts een paar boten dobberend om ons heen. Paul wijst naar de horizon. “Daar gebeurt het straks. Nog 30 seconden.”
Ik verwacht iets kleins, zoals een vuurpijl. “Zouden we überhaupt iets horen, denk je?”
“Geen idee’, fluistert Paul. ‘nog tien seconden, negen, acht…”
Maar dan… dat licht! Het is bizar. De horizon gloeit op als een versnelde zonsopkomst. En dan een flits, kaarsrecht omhoog. Quelinda trilt, de lucht barst open en roffelt wanneer de raket de geluidsbarrière doorbreekt. Wat een enorme kracht. Wat een magie.
Voor anker op de Intracoastal Waterway, kijkend naar een raketlancering vanaf Cape Canaveral, het is alsof de hemel ons weer laat zien hoe onbegrijpelijk bijzonder dit leven is. De hele ICW-route langs de Oostkust van Amerika blijkt vol te zitten met deze momenten. Een slingerende waterweg vol contrast. Van mondaine zomerhuizen tot verlaten kreken, van adrenaline tot verstilling.

Het onmogelijke mogelijk
We dachten eerst dat het voor ons niet mogelijk zou zijn. Quelinda is 20,5 meter hoog. Dat is te hoog voor de vaste bruggen. Maar door de antennes neer te klappen komen we nét onder de magische 65 voet. De diepgang blijft spannend door haar 2 meter 25.
Daarom varen we soms tussen Palm Beach en hoofdstad Washington over zee. Binnendoor lopen we drie keer vast, om precies te zijn. Twee keer komen we zelf los, met achteruit slaan of juist vaart maken. Paul aan het roer, ik met samengeknepen billen het stag vasthoudend.
De derde keer zitten we muurvast, een foute inschatting en misscommunicatie aan boord op een plek waar de brugwachter ons nog voor gewaarschuwd had. Gelukkig zijn daar Waveguide en Flegma, onze trouwe buddyboten met wie we de gehele route opvaren. Een staaltje samenwerking en een sleepje trekt ons vlot door de zachte modder waardoor we weer verder kunnen.
En als de route écht te ondiep wordt en we afhankelijk worden van de lokale kennis? Komt er net een sleepboot op ons af. “Hoe diep steken jullie?” vraagt hij.
“2 meter 25.” schreeuw ik de man toe over water.
“Volg mij maar, ik wijs jullie de weg.”

Koers verandert
En dan, tussen al die spanning door is er vooral de schoonheid van de Intracoastal waterway. Varend langs felgekleurde huizen waar Barbie graag zou willen wonen. Veelal met boten voor de deur. Mensen op paddleboards en vissers die enthousiast reageren. Het is een levend decor en soms voel ik me een zwaaiende koningin. En dan weer staart men ons angstvallig na wanneer we met 30 centimeter speling onder een brug door glijden.
Hoe noordelijker we komen, hoe meer de natuur verandert. Van blauw rivierwater, palmbomen en strandjes naar bruine oevers met naaldbossen. Van broeierige hitte naar mistige ochtenden met meer dolfijnen hier dan op heel onze reis.
Het zonnetje schijnt. Een loerende alligator zwemt langs de oever. Een rijtje zonnende schildpadden blijft onverstoord liggen op een omgevallen boomstam. Ik voel me rijk.
En dan, ineens, verschijnt meer en meer een verstillend landschap met wuivend dor gras, slingerende kreken en nestende vogels. Hier waan je je in de wereld van Waar de rivierkreeften zingen (Delia Owens, 2018), een verhaal dat me diep raakte. Het is precies in die stilte waar ruimte ontstaat. Voor eigen gedachten. Voor beslissingen.
Drie jaar wonen we nu aan boord. Meer dan 22.000 kilometer hebben we afgelegd. Stormen getrotseerd en zonsondergangen in ons geheugen gegrift. Gelachen en gehuild. Wat we beleven is moeilijk uit te leggen, zelfs aan onszelf.
En toch… ergens onderweg voel je het. Dat koers verandert. Niet abrupt. Niet uit onvrede. Maar vanuit een diep weten dat het tijd is voor iets anders.

Stilletjes te koop
Quelinda, onze Spaanse schone, drijvend huis, vervoermiddel, veilige haven en symbool van vrijheid. Ze liet ons de wereld zien en veranderde die van ons.
Nu staat ze stilletjes te koop. We nemen de tijd om de verkoop met liefde en aandacht te doen. Zoals we dat ook deden toen we haar voorbereidden op ons vertrek. Eén ding is zeker. Ze verdient opnieuw de oceaan. En iemand die net zo van haar houdt als wij.
Nog even is ze van ons. Zij, en dit leven.










