Vriendschap
‘Je gaat op wereldreis. Niet nu wachten. Leef Charlotte, leef!’ Je priemt met je vinger mijn kant op. Ik heb het moeilijk dit gesprek. Ik knik en glimlach. Hoe kan ik nou gaan als jij me straks nodig hebt?
Bloedirritant was je. Die kwebbel van jou ratelde maar door. Ik was die stille in de klas, die saaie, altijd serieuze die jij maar niks vond. Wie had kunnen denken dat het ook mijn rust was wat je nodig had.
Je bent zo blij om weer thuis te zijn. Eindelijk een plan na een korte, intense tijd van achteruit hollen, angst en onzekerheid. Je kiest een behandeling met een statistische kans van 30% op verbetering. Als ras optimist ben je overtuigd dat je ditmaal niet het kortste lontje trekt in de strijd tegen die rotkanker. Je weet het zeker. Tijd zul je krijgen. Met je man, je allerliefste kinderen, je vrienden. Tijd om nog op vakantie te gaan. De zee te zien, een feest te geven. Sushi te eten, de nieuwste SOOF te kijken en meer mooie herinneringen te maken. Ik durf het niet te geloven, zie hoe je achteruit dendert.
Eén dag ben je thuis. Dat telefoontje de volgende nacht. Je ligt weer op de eerste hulp. Je bent ziek, hebt pijn. Het gaat niet goed en vraagt of we komen. Zo snel als maar kan rijden we naar je toe. Ik kan me amper staande houden maar ben er voor jou. Je koude vingers die altijd mijn nek warmden, knijpen nu zachtjes in mijn hand. Ik geef er een kus op. Zeg dat ik er ben. Je ogen gesloten, je ademhaling steeds rustiger door de morfine. De pijn in je buik ebt weg. Aan de andere zijde jouw lieve man, die altijd daar is. Ik zeg dat het goed is zo. Maar dat is het niet. Ik kan het niet bevatten zo snel als het gaat.
Niet veel later mag je weer naar huis, daar waar je het allerliefste bent. Met precies genoeg tijd om afscheid te nemen, niet meer te lijden en rust te vinden.
Ik ben je eeuwig dankbaar dat we opnieuw bij elkaar in de klas kwamen. 27 jaar liefdevolle vriendschap draag ik voor altijd bij me. Mens, wat ga ik je missen! En ik zal gaan.









