Dromen, durven en doen.
Een wereldreis met Quelinda.Zeil, reis en beleef mee.
26
Landen
12.712
Zeemijlen
57
Nachten op zee
Charlotte's belevenissen

Altijd als Paul erover begon, knikte ik. Alsof ik het ook zag: voor anker bij het vrijheidsbeeld. Zijn droom. Zoals Suriname die van mij was. Maar voor mij was New York vooral ver weg en te groots. Het leek me sterk dat we er echt zouden komen. Een jaar geleden hoopte ik stiekem nog van niet en dacht dat we vast wel eerder zouden afbuigen. Het wisselende weer, de lange afstanden. Ik keek er niet naar uit. Waar leg je aan in een stad die nooit stilstaat? Hoe hard stromen de rivieren die miljoenen mensen voorzien? En past een schip als het onze wel ergens tussen staal, sirenes en skyline? Te veel vragen. Te veel onzekerheid. En als het dan te groots wordt, klap ik dicht. Dan druk ik nieuwsgierigheid weg als een ongeduldige gast aan de deur en doe alsof er niemand thuis is. Minderjarig Paul is anders. Waar mijn gedachten dwarrelen en twijfels blijven, legt hij lijnen vast. Een route in zijn hoofd bestaat lang voordat we ook maar één mijl gevaren hebben. En daar is lastig van af te wijken. Stap voor stap vult hij het plaatje in, tot ook ik het begin te herkennen en kan omarmen. En morgen is het dan zover. We varen zowaar The big Apple binnen. Op eigen kracht. Op eigen kiel. Met gezonde spanning en geen weglopen meer. Ongelooflijk. Want wat een stad is dat! Ik was zestien toen ik er voor het eerst kwam. Een bizar verhaal eigenlijk. Ik won de hoofdprijs van een ontwerpwedstrijd van een deodorantmerk en damesblad: knippen, plakken, kleuren. Uren heb ik er als puber op gezeten. Officieel mocht ik niet meedoen, ik was minderjarig. En dus schreef ik me in onder mams naam. Ik weet nog hoe ze met een grote glimlach de reischeque en de bos bloemen in ontvangst nam. Het deed een beetje pijn omdat ik daar niet stond. Maar wat was ik trots op mezelf.

Daar zitten we dan. Met z’n tweeën aan dek, een kop thee in de hand. Het is donker en stil. Het water als een spiegel met slechts een paar boten dobberend om ons heen. Paul wijst naar de horizon. “Daar gebeurt het straks. Nog 30 seconden.” Ik verwacht iets kleins, zoals een vuurpijl. “Zouden we überhaupt iets horen, denk je?” “Geen idee’, fluistert Paul. ‘nog tien seconden, negen, acht…” Maar dan… dat licht! Het is bizar. De horizon gloeit op als een versnelde zonsopkomst. En dan een flits, kaarsrecht omhoog. Quelinda trilt, de lucht barst open en roffelt wanneer de raket de geluidsbarrière doorbreekt. Wat een enorme kracht. Wat een magie. Voor anker op de Intracoastal Waterway , kijkend naar een raketlancering vanaf Cape Canaveral, het is alsof de hemel ons weer laat zien hoe onbegrijpelijk bijzonder dit leven is. De hele ICW-route langs de Oostkust van Amerika blijkt vol te zitten met deze momenten. Een slingerende waterweg vol contrast. Van mondaine zomerhuizen tot verlaten kreken, van adrenaline tot verstilling.

Amerikanen die zijn zo overdreven, niet? ‘Hi, how are you doing?’ klinkt overal en altijd, maar het antwoord lijkt niemand echt te interesseren. Toch kan ik je zeggen, deze eerste indruk is bedrieglijk. De eerste echte kennismaking met Amerikanen komt niet in de vorm van een praatje bij de supermarkt of de wasserette dit keer, maar in een noodsituatie op het water. Na een stevige nachtelijke tocht van 180 mijl vanuit de Bahama’s naderen we West Palm Beach, Florida. De zeedeining en de stroming van de invaart zijn fors. We zijn blij dat we in de luwte van de rivier terechtkomen. Terwijl de stad ontwaakt, maak ik, moe en voldaan, voorop het anker klaar. De wind trekt aan mijn haren. En dan hoor ik Paul’s stem zelfs boven de harde wind uitgalmen. ‘Charlotte, het gaat niet goed!’ schreeuwt hij. ‘Jan is gevallen. Hij denkt dat hij iets gebroken heeft. Ze hebben hulp nodig.’ Snel ankeren we Quelinda . Paul laat de bijboot zakken en vaart naar buddyboat Yulunga om te helpen. Erika, Jan’s vrouw, heeft mankracht nodig bij het laten zakken van de stroeve ankerketting. Intussen blijf ik aan boord en roep de Amerikaanse kustwacht op. Ik leg de situatie uit, geef onze coördinaten door en wacht op hulp. Hoe snel zal er iemand zijn? Ik blijf standby op de marifoon en houd ons Amerikaanse telefoonnummer bij de hand. Nog geen tien minuten na het eerste contact is er een sheriff- en politieboot en niet veel later de ambulanceboot. De rust, efficiëntie en betrokkenheid van de hulpverleners zijn immens en even nodig.
Nieuwsgierig waar we zijn? Check Quelinda's positie op Marinetraffic